Recensies van 'Rots'

Altijd verbaasd en verheugd om vast te stellen dat zoveel recensenten en lezers hun leesindruk en -evaluatie neerschrijven na het lezen van een roman.
Ook Rots bleef niet onbesproken. Hieronder een selectie van de recensies die over de roman verschenen.

Jooris van Hulle op MappaLibri

In nauwe samenhang met zijn eerder verschenen romans ‘IJs en Zand schreef Koen D’haene met Rots een treffend sluitstuk voor wat beschouwd kan worden als een trilogie rond de centrale personages Sarah en Mats. Hoe beiden omgaan met hun gezamenlijk verleden wordt vooral bepaald door wat zij angstvalling voor anderen verzwijgen. Het wisselende verhaalperspectief – de lezer volgt het verhaal via respectievelijk Sarah en Mats – laat zien hoe ingewikkeld het kluwen van leugens uiteindelijk is geworden voor beiden. Bedenking van Sarah hierbij:  

‘Is het mijn fout of die van hem dat wij twee in een web van leugens zijn verstrikt? Dat ons leven een puinhoop is geworden? Ik hielp zijn eerste Sarah niet uit de afgrond, maar liet dat achterwege omdat hij me had verleid en wij twee alleen wilden zijn. Jaren later liet ik hem achter in de kloof, maar dat was omdat ik wist dat dat hij van plan was mij er achter te laten.’ 

Wat Sarah hier naar voren haalt, sluit aan bij de aan Rots voorafgaande romans en laat aanvoelen hoe beiden elkaar in een soort van wurggreep houden omdat zij maar al te goed beseffen dat de fouten (lees: ‘misdaden’) die ze samen hebben begaan, hun verdere leven hypothekeren. 

Op het omslag staat vermeld dat het gaat om een ‘psychologische misdaadroman’. D’haene graaft diep in het gemoed van zijn personages. Op de klassieke speurder, al of niet bijgestaan door overijverige agenten, blijft het voor de lezer vruchteloos wachten. Handig weet D’haene de zoektocht naar de waarheid te kaderen binnen het relaas over een ogenschijnlijk rimpelloos vakantiereisje dat Sarah en Mats – en zij hebben wel overduidelijk hun redenen om weg te vluchten uit Oostende – samen met hun vrienden Jan en Joke maken naar de Ardennen. Het verblijf in Remouchamps in de zomer van 2019 vormt het breed uitdijende kerndeel van de roman.   

Het is in de eerste plaats Jan die laat aanvoelen dat hij zich vragen stelt rond Mats en Sarah. Hij is het die gaandeweg het verhaal zowel Mats als Sarah aan het twijfelen brengt. Hoe Sarah finaal reageert en daarmee ook bij Mats een wending teweegbrengt die naar een verrassend en aangrijpend slot voert, maakt in wezen de essentie uit van Rots. En dat ook anderen hun rol komen opeisen, heeft te maken met wat ooit in het verleden heeft meegespeeld, zeker dan op Schiermonnikoog in 2015 (in de proloog wordt daar even aan herinnerd). Zo haakt alles ineen in deze vlot geschreven roman die hoofdzakelijk gedragen wordt door gesprekken. 

‘Ik ben niet wie ik ben’: dat Sarah op zeker moment deze idee voor zichzelf formuleert, laat zien hoe belangrijk het ik is en blijft voor de personages die ertoe veroordeeld blijven hun ware ik achter zich te laten.  

Marianne Cramer op Hebban.nl

“Rots” is het vervolg op “IJs” en “Zand”. Het is apart te lezen, maar het verdient aanbeveling de twee voorgaande boeken eerst te lezen, omdat dan veel meer duidelijk wordt.

Mats en Sarah moeten vluchten voor hun leugens en misdaden uit het verleden als Sarah appjes krijgt van Michael, die haar weer wil ontmoeten. En een ding is zeker: Sarah wil hem met goede redenen niet ontmoeten. Vanuit hun woonplaats Oostende reizen ze met hun vrienden Jan en Joke naar de Ardennen, naar Remouchamps, voor de vakantie maar ook om te vluchten voor Michael. Sarah is lerares en wil de volledige zomervakantie in de Ardennen blijven om zo Michael te ontlopen, die geappt heeft dat hij zijn vakantie in Oostende gaat doorbrengen. Zullen ze in de Ardennen hun kwelduivels achter zich kunnen laten?

Mats lijdt door een ongeluk aan geheugenverlies, maar Sarah heeft hem verteld wat er in het verleden allemaal gebeurd is. Tijdens de vakantie vraagt Jan naar hun verleden, maar hij gelooft hun verhaal niet. Spreken Sarah en Mats de waarheid of hebben zij die verdraaid?

De proloog voert de lezer terug naar de zomer van 2015 op Schiermonnikoog. Voor lezers die voorgaande boeken ook gelezen hebben, zal dit herkenning geven en je zit meteen weer in het verhaal. Voor lezers die dat niet gedaan hebben zal de proloog spannend, maar wel wat vaag over komen. De sfeer van het boek wordt hier meteen al voelbaar.Hierna gaat het verhaal verder in 2019 en wordt de noodzaak van de epiloog duidelijk, omdat wat voorviel op Schiermonnikoog doorspeelt in de rest van het verhaal.

Rots is een psychologische misdaadroman waar de lezer goed op moet blijven letten, omdat er veel personages in voorkomen waarvan enkele onder meerdere namen. Langzaam maar zeker komen de gebeurtenissen uit het verleden voorbij en wordt steeds meer duidelijk.

Koen D’haene heeft een boeiende schrijfstijl en bij zijn beschrijvingen van de omgeving krijg je een duidelijk beeld. Het is goed te merken dat hij de omgeving op zijn duimpje kent en van die kennis gebruik maakt om de beschrijvingen nog mooier te maken. Daarnaast weet hij de spanning zo op te bouwen dat je wel door moet lezen tot de spanning weer wat afneemt.

Het boek heet niet voor niets Rots en verschillende rotsen spelen dan ook een belangrijke rol. Rotsen om te beklimmen en rotsen voor een schitterend uitzicht.

De karakters van Sarah en Mats worden goed uitgediept en zij komen daardoor tot leven. De hoofdstukken worden afwisselend geschreven vanuit het perspectief van Sarah en Mats en dat draagt ertoe bij dat je het gevoel krijgt ze persoonlijk te kennen. Ook van de karakters van Jan en Joke krijg je een duidelijk beeld.

Niet elke schrijver lukt het, maar D’haene schrijft uitstekende dialogen, die het verhaal meer diepte geven.

Het eind van het boek komt als een verrassing en de epiloog sluit de trilogie op een prachtige manier af.

Koen D’haene (Wevelgem 1964) schreef romans en verhalen voor kinderen, jongeren en volwassenen, o.m. Een hoofd vol rommel (2013) en De oversteek (2014).

Rots is het zelfstandig te lezen vervolg op zijn misdaadromans IJs (2016) en Zand (2020). In elke roman figureert een bijzondere vakantiebestemming mee in het verhaal. Rots is het sluitstuk van de duistere reeks.

Sandra Remig op Samenlezenisleuker

De misdaadroman Rots is het derde en laatste deel van een drieluik dat de mysteries van hoofdpersonages Sarah en Mats ontrafelt. IJs (2016) speelt zich af op een gletsjer in Zwitserland, Zand (2020) op het Friese eiland Schiermonnikoog. In Rots vertoeven Sarah en Mats in de buurt van Remouchamps, in het hart van de Belgische Ardennen. Het is hun laatste reis samen.

In de romans, die afzonderlijk kunnen worden gelezen, laat de auteur drie vakantieregio’s die hem na aan het hart liggen, figureren in een intrigerende en duistere verhalencyclus.

Rots is voor mij de eerste kennismaking met Koen D’haene. De achterflap nodigt alvast uit tot lezen, want daaruit blijkt dat de hoofdpersonages, Sarah en Mats niet een heel zuiver verleden hebben en dat ze daarvoor op de vlucht slaan. De eerste twee delen heb ik niet gelezen, maar er wordt wel in grote lijnen duidelijk gemaakt wat hun leugens en misdaden zijn. Ik had dan ook niet het gevoel dat ik veel miste, al ga ik de eerdere delen nog zeker wel lezen om het plaatje compleet te krijgen.

Het verhaal begint meteen spannend. Een lijk in het zand op Schiermonnikoog. Een noodlottig ongeval? Of niet? Vervolgens zijn we vijf jaar verder in de tijd en volgen we het leven van Sarah en Mats. Het verhaal wordt telkens verteld vanuit Sarah of Mats en dat maakt het overzichtelijk. Je kijkt vanuit allebei hun standpunten en hun karaktereigenschappen komen zo duidelijk naar voren. Dat ze in het verleden iets vreselijks hebben gedaan en daar nog altijd onder gebukt gaan. Voor de stugge Mats kan ik weinig sympathie opbrengen. Hij denkt vooral aan zichzelf, ook al weet hij dat Sarah en hij er samen in zitten. Dat komt ook regelmatig terug. Sarah vind ik de ene keer sympathieker dan de andere keer. Ze is niet zo gevoelloos als Mats en worstelt duidelijk met haar verleden. Dan zijn er nog Jan en Joke. Jan was de beste vriend van Tom, de voormalig partner van Sarah en Joke is de beste vriendin van Sarah.

De zomervakantie komt eraan. En dan duiken er schimmen op uit het verleden. Een schim uit de jeugd van Sarah en een schim van recentere tijd. Michael, ontmoet op Schiermonnikoog. Sarah en Mats willen deze Michael niet onder ogen komen en gaan onder het mom van ‘gezellig met zijn viertjes op vakantie’ naar de Ardense bossen met Jan en Joke. Maar Jan blijft graven in het verleden van Sarah en Mats. Is hun vriendschap hiertegen bestand? En wat wil die Michael nou precies? En die andere schim, Mories, wat wil hij? Van Michael wordt het gedurende het verhaal wel duidelijk, maar Mories had, naar mening wat meer uitgediept mogen worden. Maar het kan natuurlijk ook zo zijn dat de rol van Mories in de eerdere delen meer naar voren komt en dat het voor dit verhaal niet nodig is.

D’haene weet de omgeving op een dusdanige manier te omschrijven dat je de bossen, de rivier Amblève en de rotsen voor je ziet zonder dat het te gedetailleerd omschreven wordt. Ook de sfeer onderling weet de auteur goed vast te leggen. De onderhuidse spanning, de opmerkingen en blikken naar elkaar toe. Het plot is geweldig en ook al had ik wel een beetje een idee van hoe bepaalde dingen zouden gaan, uiteindelijk verraste het me toch. Desondanks blijf ik met vragen zitten, maar voor mijn gevoel is dit niet heel erg. In deze vind ik het wel leuk om me af te vragen hoe het nu verder ging met bepaalde personen. En het is voor de uiteindelijke ontknoping ook geen draad die afgerond moet worden.

Dit was het laatste deel van de trilogie. Hoe sluit je als auteur nou zo’n reeks af? Het eindigt uiteindelijk in het jaar 2020 en we weten allemaal wat dat jaar ons bracht. En zonder het te benoemen verweeft D’haene dit in de epiloog en kan ik alleen maar zeggen: petje af voor zo’n fantastisch einde.

Wat ook erg leuk is: naar aanleiding van dit boek mijn oude elpees (ja elpees) van The Boss, Bruce Springsteen onder het stof vandaan gehaald en weer eens gedraaid. En The River (zeer toepasselijk bij dit boek) blijft een geweldig nummer.

Jan Stoel bij De leesclub van alles

Herinnert u zich de toeristische uitstapjes, de stadswandelingen die mensen maakten om locaties te ontdekken die voorkwamen in De Da Vinci Code van Dan Brown en De schaduw van de wind van Carlos Ruiz Zafón. Liefhebbers liepen met plattegrondjes door Parijs en Barcelona om de magie van het door hen gelezen boek te ervaren. Hieraan moest ik denken toen in Rots van Koen D’haene (1964) las. Het speelt zich voornamelijk af in het Vlaamse Oostende en in de Ardennen. D’haene put ongetwijfeld uit zijn eigen reiservaringen, plekken die hij goed kent en weeft lokale legenden/verhalen in zijn psychologische thriller. Met het boek in de hand kun je allerlei prachtige plekken ontdekken. Zo zit de auteur op de achterflap van het boek op de rots die een belangrijke rol speelt in het boek. De rots bevindt zich in de rivier de Amblève bij de Fonds de Quarreux. De mysterieuze afgeronde rotsblokken horen bij de legende van ‘De molen van de Duivel’, een Faust-achtig verhaal.

Donker verleden

Rots is het vervolg op de misdaadromans IJs (2016) en Zand (2020). Ook daar spelen bijzondere vakantiebestemmingen een rol in het verhaal. De auteur grijpt in Rots terug op deze romans en vlecht wat daarin gebeurd is in de verhaallijnen van Rots. Dat is in het begin even wennen. Zo begint het verhaal met een scene die op Schiermonnikoog speelt in 2015. Er wordt teruggegrepen op het plot van Zand. Tom, de grote liefde van Sarah (een van de twee hoofdpersonages) is omgekomen. Sarah denkt dat Michael erachter zit omdat hij verliefd op haar is. Sarah keert in rouw terug naar haar woonplaats Oostende waar ze lerares Nederlands is. Daar ontmoet ze Mats, een jeugdliefde van haar. Het verhaal maakt dan een sprongetje naar 2019. Mats en Sarah hebben een gezamenlijk crimineel verleden (het onderwerp van IJs), proberen dat achter zich te laten en het leven weer op te pikken. Sarah gaat met Joke haar beste vriendin regelmatig hardlopen. Mats en Sarah hebben in Joke en Jan vrienden gevonden, maar houden hen wel op afstand. Als Jan en Joke voorstellen met hen op vakantie te gaan, dan willen zij dat eerst niet doen. Maar als blijkt dat Michael Sarah in Oostende wil opzoeken, breekt er vreemd genoeg paniek uit bij Mats. Het doet het tweetal besluiten met Jan en Joke af te reizen c.q. op de vlucht te gaan naar de Ardennen, de streek rondom de Remouchamps. Maar of ze daar goed aan doen? Echt ontspannen kunnen Mats en Sarah niet. Enerzijds is er Michael die op zoek naar Sarah is, anderzijds is het Jan en later ook Joke die niet ophoudt te graven in hun verleden en daarover de ene na de andere lastige vraag stelt. Hoe gaan ze daarmee om? Wordt de druk niet te groot?

Psychologisch

D’haene heeft – hoewel het verhaal naar het einde toe zindert van spanning – meer aandacht voor de psychologische ontwikkeling van de levensechte hoofdpersonages Mart en Sarah. Hij vertelt het verhaal vanuit het perspectief van beide protagonisten. Eén keer wijkt de auteur hiervan af door het perspectief van Jan te kiezen. Door het ik-perspectief te gebruiken brengt hij de personages dichterbij, maar zorgt hij er ook voor dat de diepere lagen in hun persoonsstructuur optimaal reliëf krijgen. Het zijn kleine aanwijzingen die je aan het denken zetten. Zo zegt Sarah: “Ik ben niet wie ik ben.” Wat zit daar achter?

Door een verhaal vanuit twee perspectieven te vertellen ligt het gevaar op de loer dat het verhaal stroperig wordt, omdat dezelfde gebeurtenis in feite twee keer aan de orde komt. D’haene is niet in deze valkuil getrapt en houdt de vaart in het verhaal. Al is het wel zo dat de ‘toeristische uitweidingen’ op een gegeven moment wat gaan irriteren. Het is teveel van het goede.

In de stijl van

Mats blijkt een liefhebber te zijn van de IJslandse schrijver Arnaldur Indriðason. D’haene werkt in diens geest. Een prachtige vondst. Bij Indriðason staan vaak eenzame personages centraal en is er veel aandacht voor beschrijvingen van de natuur en de sfeer van het landschap. Alle informatie staat in dienst van het verhaal. De psychologische kant van de personages zijn voor hem belangrijker dan het verhaal. En hij heeft aandacht voor belangrijke maatschappelijke ontwikkelingen. Als je de epiloog van Rots leest, dan waan je je in de Corona-epidemie.

Subtiele werking van muziek

Subtiliteiten geven het verhaal extra diepte. In het begin zitten Joke, Jan, Mats en Sarah bij café Chamonix. Sarah zegt een hekel te hebben aan het café, “genoemd naar een stad aan de voet van de hoogste berg van de Alpen. Ik vertelde niet over mijn aversie voor de bergen.” Hiermee verwijst ze naar wat haar in het verleden in de bergen is overkomen. Zo wordt de relatie gelegd naar een eerder deel uit de trilogie. Ook speelt muziek een rol en dan met name het nummer The river van Bruce Springsteen. Het verhaal speelt zich af bij een rivier en zinnen als “Now those memories come back to haunt me / They haunt me like a curse” sluiten ook inhoudelijk perfect aan op wat Sarah denkt. Let ook eens op de citaten aan het begin van het boek die de kern van het verhaal raken: een fragment uit One of Us van Abba en dit gedeelte uit Saving all my love for you van Tom Waits:

“I know I'm irresponsible and I don't behave,
And I ruin everything that I do,
And I'll probably get arrested when I'm in my grave,
But I'll be savin' all my love for you.”

De zorgvuldige uitwerking en de uitwerking van de personages maken Rots tot een mooi gelaagde psychologische thriller.

Guy Doms op Hebban.nl

Na “IJs” en “Zand” is nu “Rots” uit, het sluitstuk van een misdaadtrilogie, geschreven door de Vlaamse schrijver Koen D’haene. Hiermee ronden Sarah en Mats, de twee weerkerende protagonisten, hun duister verhaal af.

In Oostende doen Sarah en haar partner Mats er alles aan om met hun crimineel getinte verleden af te rekenen. Ginds lukt het echter niet, daarom trekken ze zich terug in de bossen van de Belgische Ardennen; waar hun vrienden Joke en Jan zorgen voor een ietwat veiliger gevoel. Jammer genoeg willen de persoonlijke kwelduivels van Sarah en Mats van geen wijken weten. Tot Jan vaststelt dat zijn maatjes leven met angstgevoelens en hij beslist te gaan spitten in vroegere gebeurtenissen. Een nieuw drama kondigt zich aan.

‘Ik werp een beschuldigende blik op Mats. Hij gaf voeding aan deze nieuwe verdachtmaking. Hij kijkt snel van me weg en richt zich weer tot Jan.’

In principe is het boek een zelfstandig leesbaar vervolgverhaal. Toch is het in de praktijk niet zo eenvoudig; reeds vanaf de proloog op Schiermonnikoog moet de lezer uiterst alert blijven. Heel wat personages, waarbij sommige zelfs twee namen hebben, scheppen wellicht verwarring. Hoewel de meest markante feiten van vroeger nog een keer in een ijltempo voorbij mogen komen, is lang niet alles helder. Je vraagt je af: wie is wie en wie heeft wat op zijn/haar geweten?

Zoals het in de vorige delen het geval is, zo speelt ook nu weer een specifieke vakantiebestemming een prominente rol. Dit keer is het Remouchamps, een gezellig en gemoedelijk stadje in de provincie Luik. Zo maak je bijvoorbeeld kennis met de Ninglinspo, de enige bergrivier van België. Je ziet de rotsklimmers hangen, hoog boven de Maas. Het is proeven van het unieke wilde decor met uitgeschuurde, gladde rotsen. D’haene kent de streek; hij geeft een filmische beschrijving weer van de omgeving.

Een ander positief element is de grondige uitdieping van de karakters van Sarah en Mats. De twee getormenteerde zielen, moeten - door hun eigen schuld - een zware rugzak dragen. Ook loert de dreiging achter elke hoek en dat voel je. Sarah is de ik-verteller, terwijl Mats vaak optreedt als een weerkerend perspectief.

‘Ik mag me niet weer in eindeloos gemijmer wentelen en me afvragen hoe het met Tom en mij zou zijn gelopen. Zou hij bij mij zijn komen wonen? Het jaar voor zijn verdrinking groeiden we naar elkaar toe.’

De auteur hanteert een toegankelijke schrijfstijl, waarbij hij graag gebruik maakt van vlotte dialogen. Ben je op zoek naar een thriller, waarin de spanning hoog oploopt, dan ben je hier aan het verkeerde adres. Loeispannend of snoeihard is het zelden. “Rots” is inderdaad een psychologische misdaadroman. Pas aan het eind neemt de druk gestaag toe. De beknopte epiloog is kort maar krachtig; een kers op het hele drieluik.

Jolanda Kalkman op In de boekenkast

Sarah is ontroostbaar. Tom, de man die ze voor de rest van haar leven dicht bij haar had willen houden, is omgekomen tijdens de storm op het strand van Schiermonnikoog. Ze weet zeker dat Michael erachter zit. Hij moet haar Tom naar het strand hebben gelokt als wraak, omdat zij hem had geloosd. Sarah moet zo snel mogelijk terug naar Oostende, naar haar eigen vertrouwde zee. Al gauw komt ze daar in contact met Mats, haar oude jeugdliefde. Maar hij is ook de man die ze voor dood had achtergelaten in een gletsjer, waar ze zich daar door haar geheugenverlies niks meer van herinnert. Samen delen ze een verleden vol misdaden en leugens waar ze constant voor op de vlucht waren. Wanneer hun verleden ontrafeld dreigt te worden, zien ze nog maar één uitweg. Maar als ze hiervoor kiezen, is er geen weg meer terug.

Rots is het derde en laatste deel van de psychologische misdaadromantrilogie van Koen D’Haene. Eerder verschenen in deze reeks de thrillers IJs en Zand. Op de omslag staat te lezen dat je dit boek los van de eerdere delen kunt lezen. Ik had de andere delen (helaas) niet gelezen. Het klopt dat je het boek los van de andere kunt lezen. Doordat de gebeurtenissen die vooraf zijn gegaan, in rap tempo worden aangehaald was het in het begin wel even wennen. Daarna gaat het verhaal verder waar eerdere verhaallijnen zijn gestopt. Overigens raad ik het iedereen aan om eerst de andere twee boeken te lezen voordat je aan Rots begint, omdat dit echt het afrondende deel is.

Eenmaal in het verhaal, wist de schrijver mij mee te nemen in het duistere leven van Sarah en Mats. Het bijzondere vond ik dat de schrijver mij al heel gauw een gevoel van sympathie voor Sarah wist op te wekken. Hierdoor vond ik de ontknoping behoorlijk heftig. Ik kan mij voorstellen dat dit voor lezers die alle drie de boeken hebben gelezen nog sterker is.

Koen D’haene heeft ervoor gekozen om de boeken in zijn favoriete vakantieregio’s af te laten spelen. Rots speelt zich grotendeels af in het hart van de Belgische Ardennen, in de buurt van Remouchamps. Een omgeving die ook een van mijn favoriete plekken is. Ik ben er heel vaak op vakantie geweest en vond het daardoor extra leuk om heel veel uit het verhaal te herkennen. Ik heb vaak vol ontzag naar de bergklimmers gekeken, hangend aan een touw aan zo’n rotsblok boven de Maas. De passie die het personage Jan heeft voor deze sport, komt goed over. Het vertrouwen in zijn materiaal, de rots, zijn klimmaat en zichzelf. Je moet er toch niet aan denken dat er dan iemand als Mats boven je staat om te topropen?

Wat ik ook erg grappig vond, was dat het gezelschap naar een pretpark in Coo ging, zodat Joke kon toegeven aan haar guilty pleasure: kabelbanen. Ik ben er een keer geweest en herinner mij de grote drukte nog goed. De waterval maakte op mij iets minder indruk dan die op Sarah had, maar dat kwam doordat het toen een heel droge zomer was en hij dus lang niet zo hard naar beneden kletterde als bij het bezoek van Sarah.

Doordat Koen D’haene de omgeving zo realistisch mogelijk heeft verwerkt in zijn verhaal, zie je het allemaal zo voor je. Rots is meeslepend, spannend, duister en goed geschreven. De ontknoping vond ik verrassend. Ik vond het echt een goed boek en ik hoop in de toekomst nog meer boeken van D’haene te mogen lezen.

Severine op Hebban.nl

Sarah en haar partner Mats zijn op de vlucht voor hun misdaden en leugens uit het verleden. Ze bevinden zich in Oostende, en omdat hen dit daar niet lukt, trekken ze naar de Ardense bossen. Samen met Jan en Joke voelen ze zich daar meer op hun gemak. Toch lukt het hen ook daar niet om hun demonen van vroeger de kop in te drukken. Jan merkt dit op, en begint te graven in hun verleden…

Met “Rots” heeft de Vlaamse Koen D’haene een spannende psychologische misdaadroman neergezet. Het is het laatste deel van een duister drieluik, waarvan “IJs” en “Zand” de vorige twee delen zijn. Elk deel speelt zich af op een bijzondere vakantiebestemming. Net als “Zand” kan ook “Rots” los van de reeks worden gelezen. Toch raad ik bij dit boek aan om ook de voorgaande delen te lezen, omdat je zo het verhaal het beste en gemakkelijkste begrijpt.

Het boek begint met een proloog dat ons terug brengt naar Schiermonnikoog in de zomer van 2015. Deze inleiding is direct spannend en wat mysterieus. En wat vaag voor diegenen die het voorgaande boek niet hebben gelezen. Het zet wel de sfeer op scherp en het kondigt een verhaal aan dat op psychologisch niveau zeer intrigerend is. Daarna springen we naar de lente van 2019. De gezette toon gaat hier verder en verklaart meteen al enkele belangrijke gebeurtenissen uit het verleden die belangrijk zijn voor de huidige verhaallijn.

Het concept zit zeer goed in elkaar. Je merkt ook duidelijk dat het boek een geheel vormt met de andere delen. Wel is het van belang om je hoofd er goed bij te houden tijdens het lezen. Ik las het voorgaande boek, en toch moest ik even goed nadenken vooraleer ik weer helemaal mee was. Ook de plot was goed uitgewerkt en opgebouwd, waarbij vooral de personages en hun onderlinge interactie voor een onderhuidse spanning zorgen.

De hoofdpersonages in het verhaal zijn Sarah en Mats, en hun karakters zijn zeer grondig uitgediept. Ze hebben beiden veel meegemaakt en de nodige onwettige feiten gepleegd. Waarbij ze telkens allebei betrokken zijn. Nu proberen ze hun leugens te ontvluchten, maar dit gaat veel moeilijker dan gedacht. Je hebt het gevoel alsof hun problemen elk moment kunnen escaleren. De hoofdstukken worden afwisselend verteld vanuit het perspectief van Sarah en Mats. Op die manier krijg je informatie vanuit wisselende standpunten.

Net als in “IJs” en “Zand” speelt dit boek zich ook grotendeels af op een bepaalde vakantiebestemming. Deze keer gaan Sarah en Mats samen met Jan en Joke naar de Ardennen. Ze verblijven er in Remouchamps. De omgeving wordt uitgebreid omschreven, waardoor het lijkt alsof je er zelf bent. Zelf ga ik meer naar de zee dan naar de Ardennen, maar toch zag ik ook de prachtige omgeving zo voor mijn ogen. De rivieren, de rotsen, de bossen,…

Koen D’haene heeft een toegankelijke en begrijpelijke schrijfstijl, waardoor je al snel volledig in het verhaal zit. Het boek leest erg vlot, al moet je wel bij de pinken blijven omdat er vaak wordt teruggegrepen naar eerdere gebeurtenissen. Elk detail is van belang om de puzzel compleet te maken. Met de epiloog als ultieme afsluiter. De hoofdstukken zijn duidelijk, maar wel wat aan de lange kant. Al maakt de vlotte schrijfstijl dit weer goed.

Na het lezen van “Zand” met zijn open einde was ik blij te horen dat er nog een derde boek kwam, “Rots”. En het verhaal heeft mij wederom kunnen boeien. Ik vond het een waardige afsluiter van een intrigerend concept. Vooral de dialogen tussen de personages vond ik van hoge kwaliteit, alsook het psychologische effect van bepaalde gebeurtenissen. Jammer dat de reeks nu ten einde is. Ik besluit de reeks met vier dik verdiende sterren.

Lees ook recensies van IJs (2016) en Zand (2020).


Reacties

Populaire posts van deze blog

Duistere misdaadtrilogie

In zes scènes op weekend